'Wie van jullie wil voor zichzelf beginnen?'
door Maarten Brand en Wilbert Teunissen
'Wie van jullie wil voor zichzelf beginnen?'
Eind 2022 was ik op een Mbo-school in Almere. In een grote praktijkhal vertelde ik iets over leer-werkbanen aan een grote groep van ruim 200 techniekleerlingen en ondernemers. Ergens tijdens mijn verhaal kwam ook het thema ondernemerschap ter sprake. Een leerling stelde er een vraag over, omdat hij graag voor zichzelf wilde beginnen. Ik vroeg aan de zaal: "Wie van jullie wil er nog meer voor zichzelf beginnen?" Direct schoten overal in de zaal de vingers omhoog. Meer dan de helft van de studenten bleek grootse ambities te hebben.
Veel vrijheid en snel rijk worden
Deze reactie is niet verrassend. Steeds meer jonge mensen willen voor zichzelf beginnen. In 2017 stonden er bijna 19.000 jonge ondernemers (t/m 21 jaar) ingeschreven bij de KvK. Vorig jaar, in 2022 stonden er al ruim 50.000 jonge ondernemers geregistreerd. Een toename van 173%. Natuurlijk zitten hier ook barkeepers en flitsbezorgers bij, plus een groep die gelooft dat je met ‘drop shipping’ vanaf Bali écht rijk kunt worden. De flinke stijging spreekt boekdelen; (zelfstandig) ondernemerschap lijkt enorm in de lift te zitten.
Goed om te weten: in onze bedrijfstak zijn rond de 15.000 zelfstandig ondernemers actief en werken er ruim 16.000 medewerkers bij onze bedrijven. In Nederland zijn er in totaal rond de 1.240.000 zelfstandigen.
Als leermeester kom je ze misschien ook tegen; ambitieuze leerlingen die dromen van een eigen bedrijf. Een bus met eigen naam en logo en alle aantrekkelijke voordelen van het zelfstandig ondernemerschap. Prachtig! Hoe meer fantastische vakmensen met ambitie, des te beter.
Het bloed kruipt
Maar weinig leermeesters vinden het leuk om met hun leerling te praten over ‘voor jezelf beginnen’. Het liefst heb je een fijne nieuwe collega. Maar als je een dergelijke vraag krijgt, moet je hem zeker serieus nemen. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan. Dus als je leerling het graag wil, ga dan vooral het gesprek aan. Ondernemerschap en ambitie is mooi, maar er is wel een ‘maar’. Weet je leerling wel wat zelfstandigheid precies inhoudt; een goede schilder zijn maakt je nog geen goede ondernemer. Hier ligt een rol voor jou, de leermeester. Niet om de ambitie van leerlingen af te remmen, maar om die ambitie te voeden met een stevige fundering van kennis en vaardigheden.
3 tips voor ondernemer-in-spe
Heb je een leerling die droomt van een eigen onderneming? Dan geven we graag drie tips om die trappelende ondernemer-in-spe verder te helpen.
- Creëer een realistisch beeld van het ondernemerschap
Het is belangrijk dat jouw leerling weet dat het opzetten en runnen van een eigen bedrijf, doorzettingsvermogen en toewijding vereist. Wees daarom ook eerlijk over de lastige dingen, zoals financiële onzekerheid, lange dagen van hard werken, concurrentie en het vullen van je orderportefeuille. Vergeet dan ook de kostenkant niet (verzekeren, pensioen, belastingdienst, investeringen, evt. personeel…). Maar laat je leerling ook nadenken over veiligheid: de RI&E. Alles bij elkaar maakt een gezonde onderneming en dat is meer dan een goede beloning. Daarbij is het heel belangrijk dat je als zelfstandig schilder continue perfect vakwerk levert. Je bent zo goed als je laatste klus. Kun je dat als beginnend schilder er wel bij hebben? Je vakvaardigheden bijhouden vragen al veel energie …
- Stimuleer het ontwikkelen van ondernemers vaardigheden
Pak het serieus aan en stimuleer je leerling om de niveau 4 opleiding te gaan doen. Daar komen de ondernemersvaardigheden ruim aan bod. Laat ondertussen je leerling ook meekijken bij zoveel mogelijk onderdelen van het ondernemen (denk aan urenverantwoording, administratie, klantencontact, offertes, Arbo zaken, pensioenregelingen, ziekte- en vakantiedagen, RI&E en de regels rond gezond en veilig werken…). Een leer-werkbaan is een geweldige kans om al die belangrijke bijkomende zaken rondom een bedrijf goed op het netvlies te krijgen. Jouw manier van begeleiden kan hierbij ook helpen. Laat een leerling bijvoorbeeld zelfstandig nadenken over het oplossen van een probleem, in plaats van direct in de ‘doe-maar-als-ik-stand’ te schieten.
- Laat zien dat ondernemerschap niet de enige weg is.
Als je aan een leerling vraagt waarom deze zelfstandige wil worden, is het meest gegeven antwoord ‘vrijheid’ of ‘geld’. Ik vertaal dat hier als ‘autonomie’. Zelf bepalen wat je doet en wanneer je werkt en lekker financieel de ruimte hebben. Prachtig! Toch is een eigen bedrijf niet de enige manier om gelukkig te worden in je vak. Ook als werknemer in loondienst kun je als schilder veel autonomie ervaren. Je avonden, het weekend en vakanties zijn écht vrij, terwijl je als ondernemer mogelijk moeilijk ‘nee’ kunt zeggen tegen een opdracht terwijl je eigenlijk zwaar aan vakantie toe bent. Je krijgt elke maand netjes je salaris gestort, je pensioen en verzekeringen zijn geregeld en bij ziekte krijg je gewoon doorbetaald. Dit betekent ook vrijheid en je weet waar je aan toe bent.
Bewuste keuzes maken
Laat je leerling dus vooral ambities hebben, maar er is niks mis met een paar jaartjes ervaring opdoen onder de vleugels van een werkgever. Het is belangrijk om leerlingen te stimuleren in hun ondernemersambities. Hoe meer ambitieuze vakmensen des te beter. Maar dan wel vakmensen die weten waar ze aan beginnen. Het is de taak van een leermeester om je leerling bewust te laten kiezen voor de vorm die het best bij die leerling past. Je wilt niet dat een prachtige droom, vroeg of laat, door onwetendheid of onkunde uiteenspat.
Goed om te weten
Dit najaar start bij de verschillende schildersvakopleidingen in Nederland, voor leerlingen, de workshop ‘Wie is de Baas?’. Daarin worden ze meegenomen in ondernemerschap en werknemerschap. Daarmee kunnen ze straks weloverwogen de keuze maken die het best bij hen past.