'Soms is iemand verliezen ook winst!'
door Maarten Brand en Wilbert Teunissen
'Soms is iemand verliezen ook winst!'
Voor een studiekeuze bezoeken jaarlijks zo’n 40.000 mensen de onderwijsbeurzen. Als bedrijfstak doen we ons best om mensen voor ons vak te interesseren. Worden ze allemaal schilder? Nee, zeker niet. Doen we ons best om ervoor te zorgen dat iedere deelnemer de opleiding kiest die bij hen past? Zeker wel! Ook na de keuze blijven we scherp. Lees het verhaal van Quincy en Joris.
Aan de bel trekken
Toen Quincy, een tweedejaars niveau 3 leerling schilder, écht in beeld kwam van het ROC, was er ondertussen al heel veel gebeurd. Joris, zijn leermeester, had op dat moment al meermalen aan de bel getrokken bij het ROC, zonder resultaat. “Ze zullen het daar wel veel te druk hebben”, was de gedachte bij Joris.
Het zat ‘m niet in zijn houding of instelling: Quincy is altijd op tijd en doet ook wat er van hem gevraagd wordt. Hij is niet de snelste leerling, maar dat komt vaker voor. Verder gaat hij gemakkelijk op in de groep leerlingen op school. Misschien wel een beetje teveel, waardoor hij lang onder de radar blijft.
Onderbuikgevoel en kleine dingetjes
Maar het viel Joris op dat Quincy in het leerbedrijf eigenlijk stil bleef staan. Niet door zijn manier van werken, maar het was meer een onderbuikgevoel bij Joris. Desgevraagd gaf Quincy telkens aan dat hij de opleiding écht wilde volgen.
“Komp goe”, hadden de collega’s van Joris gezegd. Maar de twijfel bleef bij Joris: Quincy is te vaak veel te stil, trekt zich terug, maakt geen oogcontact, het is moeilijk om een gesprek met hem aan te knopen en als hij dan iets vertelt dan gaat het over van alles, behalve het schildersvak. Joris: “Quincy is een heel aardige jongen. Hij zou het vak best wel kunnen leren, maar ik geloof dat hij hier niet gelukkig wordt. Volgens mij moet hij echt iets anders gaan doen.”
Gaaf hé?
Wat dat zou kunnen zijn kwam, geheel onverwacht en bij toeval, overduidelijk naar boven drijven toen het leerbedrijf voor een opdracht het onderhoud van een cellencomplex bij een politiebureau mocht uitvoeren. Daar zag Joris ineens een andere Quincy. Met een scherpe blik op de inrichting van een verhoorkamer en een bezoekersruimte stond hij vrijwel onmiddellijk met de agent van dienst te praten over politiewerk. Hij stelde vragen, maakte grapjes en werd spontaan uitgenodigd voor een rondleiding door het bureau. Toen Quincy terug was kon Joris het niet laten om te zeggen: “Gaaf hè, hier!”. “Jaaaaa, zeker man…” reageerde Quincy stralend met een brede glimlach.
Toch maar even praten
Eerlijk is eerlijk, je wilt een leerling niet verliezen. Je investeert tijd en moeite om jouw passie over te brengen op je leerling. Maar soms zie jij als leermeester het veel eerder dan de leerling zelf. Dan is het ‘toch maar even praten’. Beter dat je dat nu doet, dan dat zo’n jongen of meisje zich veel later pas realiseert dat schilderen het toch niet echt voor hem/haar is.
Een goede leermeester kijkt naar de feiten zoals die zich voor zijn/haar neus voltrekken en trekt daar conclusies uit. Dat was precies wat Joris voor Quincy deed: hij keek naar de omstandigheden en daarna naar Quincy en kon niet anders dan concluderen: ‘Komp goe’. Voor Quincy dan wel te verstaan. Misschien heeft hij zijn échte passie nu wel gevonden.
De ideale leerplek
De ideale leerplek is een leerplek waar leerlingen erop kunnen vertrouwen dat hun begeleider hen observeert en hen helpt de passie te vinden, waar die ook ligt. Dit is belangrijk voor de leerling maar minstens zo belangrijk voor de branche die gebaat is bij gekwalificeerde gepassioneerde vakmensen! Quincy doet momenteel een opleiding tot beveiliger en hoopt straks door te groeien naar de politieacademie. Hij zit goed op zijn plaats.