'Je leerling hoort alles' (ook wat je niet wil vertellen)
door Maarten Brand en Wilbert Teunissen
'Je leerling hoort alles' (ook wat je niet wil vertellen)
Het is maandagochtend. De geur van verse koffie mengt zich met die van verf. Amin, niveau-2 leerling, is klaar voor een nieuwe werkdag. Zijn leermeester Simon, is druk bezig met een instructies terwijl hij nonchalant een slok koffie neemt en met zijn hoofd richting de ladder knikt. Amin luistert aandachtig, doet zijn best te onthouden wat Simon allemaal vertelt. Dat lukt aardig. Maar wat Amin ook ziet is een vermoeide oogopslag van Simon, zijn snel afgeleide aandacht en het ongeduldige tikken van Simons voet. Dit is waar het verschil tussen horen en luisteren duidelijk wordt. Dit is ook waar de goede leermeester zich onderscheid van een geweldige leermeester. Het zit hem daarbij in het subtiele maar oh zo belangrijke verschil tussen ‘luisteren’ en ‘horen’.
Horen of Luisteren
‘Horen’ is iets anders dan ‘luisteren’. Luisteren is passief; het gaat om het ontvangen van geluid, zoals de instructies van Simon. Horen daarentegen gaat over veel méér; het gaat om het begrijpen van de complete vaak veel complexere boodschap; het klinkt raar maar je luistert dus ook met je ogen.
Bij het begeleiden van leerlingen is dit onderscheid van groot belang. Amin luistert niet alleen naar Simons instructies, hij ‘hoort’ ook wat Simon uitstraalt en communiceert in houding en gedrag. Als Amin bijvoorbeeld een vraag stelt en Simon antwoordt terwijl hij zijn ogen opslaat en diep zucht, dan kan dat effect hebben op de reactie van Amin, zelfs als Simon zich totaal niet bewust is van dat verschil. We vertrouwen namelijk veel meer op wat we waarnemen dan wat we horen. ‘Geeft Simon nou antwoord op mijn vraag, of vindt hij mijn vraag (en mij) maar stom?’
Als leermeesters zich bewust zijn van hun non-verbale signalen en ‘de bias’ die dit kan creëren ben je al een stuk verder. Wat je zegt en hoe je je gedraagt moeten in lijn zijn (coherent met een duur woord), anders ontstaat verwarring en misverstanden.
Bias: Het Onzichtbare Monster
Even een stap terug. Wat is ‘bias’? Stel je voor je rijdt met behulp van je navigatiesysteem en deze vertelt je keer op keer dat je linksaf moet, ook al vermoed je dat je gewoon rechtdoor moet. Dat kan heel storend werken als je onderweg bent. Zo werken onze hersenen ook. Dit soort signalen noemen we ook wel ‘bias’; een verborgen vooroordeel dat je oordeel beïnvloedt zonder dat je het doorhebt. Het zit in je brein, sluipt stiekem je beslissingen binnen en zorgt ervoor dat je dingen ziet die er niet zijn, of dingen niet ziet die er wél zijn.
Er zijn verschillende soorten bias:
- De zogenaamde ‘confirmation bias’. Leerlingen zoals Amin kunnen de neiging hebben om informatie te zoeken en te interpreteren op een manier die hun bestaande overtuigingen en verwachtingen bevestigt. Als Amin al onzeker is, zal hij waarschijnlijk negatieve non-verbale signalen van Simon sterker opmerken en interpreteren als bevestiging van zijn onzekerheid. Dit betekent dat als Amin al denkt dat Simon hem maar stom vindt, hij vooral de negatieve signalen oppikt die deze overtuiging bevestigen.
- Je hebt ook de ‘attributie-bias’. Dit houdt in dat mensen de neiging hebben om de oorzaken van het gedrag van anderen verkeerd toe te schrijven. Als Simon bijvoorbeeld een vermoeide blik heeft, kan Amin dit toeschrijven aan ongeduld of irritatie, terwijl het simpelweg vermoeidheid kan zijn. Simon heeft misschien wel een veel te gezellig weekend gehad.
Het slechte nieuws is dat iedereen dit soort vooringenomenheden (biases) heeft. Altijd. Daar ontkomen wij niet aan. Wat je wel kunt doen is je er bewust van zijn. En dat is belangrijk voor elke leermeester. Want bias is een verraderlijk fenomeen, maar het effect is groot, zeker voor motivatie (‘waarom zou ik mijn best doen? Hij vindt me toch stom’).
Sociale Veiligheid
De oplossing hiervan ligt bij Simon. Zijn gedrag, zowel verbaal als non-verbaal, bepaalt of Amin zich welkom voelt op de werkvloer. Simon kan denken dat hij 'gewoon normaal' instructies geeft, maar bij Amin kan het heel anders overkomen. Misschien ziet hij Simons houding als desinteresse of zelfs als iets negatiefs. Het is belangrijk je te realiseren dat sociale veiligheid niet is wat de leermeester zegt dat het is; maar wat de leerling ervaart.
Drie Concrete Tips
- Wees je bewust van je non-verbale communicatie
Simon moet weten dat zijn lichaamstaal telt. Een zucht of oogrol kan bij Amin als kritiek overkomen, ook al is dat niet zo bedoeld. Vraag aan Amin hoe zijn dag gaat of geef een schouderklopje als hij iets goed doet. Een simpele glimlach of knikje kan al wonderen doen.
- Creëer een veilige leeromgeving
Een veilige leer- en werkomgeving zorgt ervoor dat leerlingen vragen durven stellen en fouten durven maken zonder de angst om afgebrand te worden. Simon kan dit bereiken door geduldig te zijn en uitgebalanceerd feedback te geven, zodat Amin zich zekerder voelt en sneller leert. Maar ook de collega's moeten meewerken: Amin is geen doelwit voor zogenaamd onschuldige pesterijtjes, maar een jonge, leergierige collega die het verdient serieus genomen te worden. Wat je als leermeester zegt is één ding, maar wat de leerling ‘hoort’ is een ander.
- Train jezelf in actief horen
‘Actief horen’ betekent dat je als leermeester niet alleen luistert naar wat de leerling zegt, maar ook let op wat hij non-verbaal uitstraalt. Dit heet toch actief luisteren? Niet helemaal! Het verschil met actief luisteren is dat je bij actief horen bewust aandacht besteedt aan lichaamstaal en gevoelens. Simon moet dus niet alleen luisteren wat Amin zegt, maar ook Amins lichaamstaal in de gaten houden. Ziet hij tekenen van frustratie of onzekerheid? Dan is het tijd om even te pauzeren en te checken hoe het met Amin gaat. Simon kan bijvoorbeeld vragen: "Ik zie dat het niet zo lekker gaat, klopt dat? Heb je ergens hulp bij nodig?"
Conclusie
Bij het begeleiden van leerlingen is weten wat het verschil tussen horen en luisteren is, van vitaal belang. Als leermeester ben je je bewust van je non-verbale communicatie en het effect hiervan op je leerlingen. Wat vertel ik (wat mijn leerling hoort) én wat straal ik uit (wat de leerling oppikt)? Door een veilige en ondersteunende leeromgeving te creëren en actief te horen, kunnen leermeesters zoals Simon ervoor zorgen dat leerlingen zoals Amin zich gewaardeerd en zelfverzekerd voelen. Dit leidt ongetwijfeld tot een prettige samenwerking en vooral ook betere leerresultaten op de werkvloer.