‘Het schildersvak is kinderlijk eenvoudig!?’
door Maarten Brand en Wilbert Teunissen
‘Het schildersvak is kinderlijk eenvoudig!?’
Vandaag kwam mijn zoon van school, ik vraag hem: "en hoe was het?" Zegt hij precies dát, wat hij altijd zegt: "Saaaiiiii!" In het begin maakte ik me zorgen; zou hij de opleiding niet leuk vinden? Soms irriteert het me ook. Ik zou willen zeggen: “Kom op joh, doe eens wat meer je best; het vak is zo mooi en interessant!” Maar, ik houd tegenwoordig wijselijk mijn mond want ik weet dat dit gewoon een fase is. Herkenbaar?
Of misschien herken je dit: je leerling staat een beetje ongeïnteresseerd om zich heen te kijken terwijl jij je best doet om een bepaalde taak uit te leggen. Als je vervolgens vraagt of de leerling het snapt krijg je, al zuchtend, iets te horen als “ja joh, weet ik toch al lang”.
‘Super! Een leerling die het in één keer snapt’ denk je en hij gaat aan het werk. Toch kom je er al snel achter dat de leerling er helemaal niks van bakt. Hoezo ‘weet ik toch al lang?’ Bloedirritant natuurlijk. Je zou zo maar geïrriteerd kunnen reageren: “waarom zeg je dat je het snapt terwijl dat gewoon NIET zo is?” Misschien kom je zelfs in de verleiding je leerling fijntjes te laten voelen dat hij nog maar een broekie is.
Zelfoverschatting hoort er bij
Allemaal begrijpelijke reacties. Toch, wacht nog even met je primaire reactie. De zelfoverschatting die je leerling laat zien is namelijk een bekend verschijnsel. We noemen dat het ‘Omgekeerde Pippi Langkous effect’ (de officiële naam is overigens het ‘Dunning-Kruger Effect’). Pippi zegt: “ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan”, je leerling zegt: “ik heb het al een keer gedaan, dus ik ben een professionele schilder.”
Het is een veelgemaakte denkfout bij leerlingen. In korte tijd leert de leerling bijvoorbeeld hoe hij een anderhalf beurt moet uitvoeren. Resultaat: “ik weet alles!”. Maar dan begint het leren pas echt, door het heel vaak te doen en gaandeweg kom je er achter dat het eigenlijk helemaal niet zo eenvoudig is als het lijkt. Denk bijvoorbeeld aan de effecten van luchtvochtigheid en temperatuur, de staat en samenstelling van de ondergrond.
Een leerling wil het liefst in die “ik weet alles”-fase blijven hangen en gaat gemakkelijk achterover leunen en denkt “schilderen is kinderlijk eenvoudig!” Het vertrouwen in je eigen vakmanschap is een mooie eigenschap maar dat maakt je nog geen door de wol geverfde schilder. Daarvoor mist je leerling de nodige oefening en werkervaring. Dus, omdat je nog te weinig ervaring hebt denk je snel dat je er al bent!
De denkfout oplossen
Wat kun je er als leermeester aan doen om je leerling op een eenvoudige manier voorbij die denkfout te helpen? De oplossing is heel simpel, doe wat je altijd doet: zet jouw leerling aan het werk. Geef hem een uitdagende klus, waar hij niet zoveel schade kan aanrichten. Je zult zien dat je leerling vrij snel tot het inzicht komt dat hij nog best veel moet leren.
Zo’n inzicht is niet zo leuk; het kan best even slikken zijn voor de leerling. Laat hem daarom niet handenwrijvend onderuit gaan op het moment dat hij verveelt “ik kan dit heus wel” staat uit te stralen. Laat de leerling gecontroleerd over de eigen grenzen struikelen in een veilige leeromgeving waar je klaarstaat om hem weer overeind te helpen. Vraag de leerling te omschrijven wat er misging, deel vervolgens jouw deskundigheid en laat de leerling ook zélf een oplossing bedenken. Zo maak je van een confronterend moment (“dit is niks voor mij”) een positieve leerervaring waarin de leerling vakinhoudelijke kennis vergroot én zelfkennis opdoet. Leren doet soms ‘pijn’ daar moet je even door heen. Op naar de laatste fase: “dit is niet eenvoudig, maar ik snap het steeds beter!”
Albert Einstein zei het al: “Hoe meer ik weet, hoe meer ik mij realiseer hoe weinig ik eigenlijk weet.” Een veilige leerwerkplek waar de leerling erachter mag komen dat er nog een hoop valt te leren is het beste medicijn tegen de denkfout van het Dunning-Kruger effect. Jouw leerling zal je (later) dankbaar zijn.