Fouten maken? Liever niet; maar leer er wel van…
door Maarten Brand en Wilbert Teunissen
Fouten maken? Liever niet; maar leer er wel van…
Als je met jonge en minder ervaren mensen werkt gaat er altijd wel een keer iets mis. Dit is niet erg. Sterker nog: het is de bedoeling dat een leerling de kans krijgt om dingen te proberen. Dan gaat er wel eens iets fout. Er is wel een grens; het is geen vrijbrief voor leerlingen om maar wat ‘aan te klooien’. Grote fouten, kunnen namelijk grote consequenties hebben.
Stel, je leerling heeft een kozijn ‘keurig’ afgelakt maar hij is vergeten de houtrotreparatie goed uit te voeren waardoor deze onder het verfsysteem nog duidelijk aftekent. Bij je nacontrole is je oog hier op gevallen. Als je ziet dat dit gebeurt en je weet zeker dat je leerling dit had kunnen zien en had moeten weten hoe dit op te lossen, dan is het jouw taak als begeleider om de leerling hier op te wijzen. Je voert dan een slecht nieuwsgesprek.
Zachte heelmeesters…
Begin met diep ademhalen en tot tien tellen. Emoties helpen nooit. Dus hou je in!
Rustig?
Neem je leerling dan even apart voor een persoonlijk gesprek en zeker niet in de volle bus terug naar huis of een keet vol met collega’s. Voer dit gesprek wél zo snel mogelijk. Doe dit ook persoonlijk; dus niet telefonisch en al helemaal nooit indirect via een appje.
Tijdens het gesprek hou je je bij de feiten, maar je draait er niet omheen. Zachte leermeesters maken stinkende wonden. ’Ik zie dat dit is gebeurd, herken je dit’? Leg ook uit waarom dit niet kan en hoe jij dit ervaart. Heb het over belangrijke waarden als secuur en aandachtig werken. Laat de leerling reageren. ‘Kun je mij uitleggen waarom je er overheen geschilderd hebt?’ ‘Begrijp je waarom wij hier een gesprek over hebben?’ Emoties mogen er zijn, bij jou en bij de leerling. Benoem dit ook. ‘Ik zie dat je stil valt’. Of ‘Ik ben hier heel boos over, begrijp je dat?
Besef je dat gedrag altijd een oorzaak heeft en weinig leerlingen opzettelijk hun werk verknallen. Luister daarom en oordeel niet te snel. Achterhaal wat er feitelijk is gebeurd. Vlak ook jouw rol als begeleider niet uit: Wat had jij kunnen doen om de situatie te voorkomen?
Laat hem even zweten
Als het probleem is uitgesproken en jullie besluiten om door te gaan, dan laat je de leerling een oplossing bedenken. ’Heb jij een idee hoe we dit oplossen’? Zo heeft de leerling de kans om het vervelende voorval om te zetten in iets positief. Is de leerling overvallen door jouw vraag? Geef dan wat tijd. ‘Over een uur heb jij drie oplossingen bedacht’. Laat de leerling maar even zweten, het mag best ongemakkelijk voelen. Hiermee maak je de afspraken belangrijk en voelt de leerling zich eigenaar van de oplossing. Lukt dit niet? Kom dan zelf met suggesties.
Maak er een leermoment van
Laat de leerling ten slotte, als de gekozen oplossing meerdere acties bevat, de afspraken schriftelijk bevestigen (voorbereiden van het werk, uitvoeren en controleren). Check wel of de leerling de oplossingen correct opschrijft. Tevreden? Vertel de leerling dat je de oplossing accepteert en dat je hoopt dat deze er van geleerd heeft. Spreek ook af wanneer en hoe je de oplossing gaat evalueren en plan een evaluatiemoment.
Met deze aanpak maak je van een vervelend probleem een leermoment. Dit is geweldig voor het vertrouwen van de leerling in zichzelf, maar ook in de begeleiding van jouw bedrijf. Je laat immers zien dat je de kwaliteit van het werk, en de leerling écht serieus neemt.